De naam Coryphantha is afgeleid van het Grieks koryphe (wat kruin betekent) en anthos (wat bloem betekent) of letterlijk vertaald ‘Schedelbloeier’.
Het geslacht omvat een zeer uitgebreid soortenassortiment allen behorend tot de tepelcactussen, waaronder we ook de Mammillaria’s en Escobaria’s terugvinden. De nomenclatuur van deze hele groep wordt om de haverklap dooreen gehusseld door de botanici die – zich beroepend op voortschrijdend inzicht – menen dat hun voorgangers ofwel te veel verschillende geslachten oprichtten ofwel net omgekeerd alles op één hoopje gooiden. Zelfs over de soortnaam is niet iedereen het eens. De ene erkent C. andreae als afzonderlijke soort, de andere als synoniem van C. pycnacantha, nog een andere als ondersoort van C. pycnacantha. En dergelijke herclassificaties gebeuren helaas ook voortdurend in de hele familie van de Cactaceae.
Dus laten we het maar houden bij Coryphantha andreae. De Coryphantha’s zijn bolvormige tot kogelvormige cactus met een zeer opvallend kenmerk: bij bloeirijpe exemplaren zijn de tuberkels voorzien van een groef met wol. De felgele bloemen verschijnen uit de schedel van de plant en zijn5 à 6 cm in diameter.
De plant groeit op 2300 meter hoogte in de omgeving van Perote in de Mexicaanse deelstaat Veracruz