De gedachten zijn vrij

1.

De gedachten zijn vrij, wie kan ze beletten?
Ze ijlen voorbij naar eigene wetten.
Geen mens kan ze raden, of grijpen of schaden.
Hoe sterk hij ook zij, de gedachten zijn vrij!

Ik denk wat ik wil, wie zal `t mij verbieden.
Mijn denken gaat stil, waarheen het wil vlieden.
Mijn wens en verlangen neemt niemand gevangen.
Hoe sterk hij ook zij, de gedachten zijn vrij!

En als men mij sluit in donkere kerker,
dan lach ik ze uit, mijn geest is toch sterker.
Hij breekt onverdroten, de grendels en sloten
en werpt ze terzij, de gedachten zijn vrij!