Als je de toeschouwer vertelt dat dit potje gemaakt is van ‘slangenden’ of ‘apenverdriet’ dan hoort men te donderen in Keulen. Probeer dan maar eens uit te leggen hoe zo’n boom er uit ziet.
Araucaria araucana, want dat is de botanische naam van dat stuk verdriet, verwijst naar de Arauco-indianen van Centraal-Chili en Zuidwest-Argentinië in wiens gebied de slangenden voorkomt. Het zijn voornamelijk grote bomen uit de familie van de Coniferen met een massieve stam, die hoogtes van 30-80 m kunnen bereiken. De takken zijn bedekt met scherpe, driehoekige schubachtige bladeren, die meestal voor meerdere jaren (> 15 jaar) aan de boom blijven.
De Nederlandse naam ‘slangenden’ illustreert de slangachtige takken, terwijl de naam ‘apenverdriet’ dan weer verwijst naar het feit dat zelfs een aap niet in een boom met dergelijke vervaarlijk stekende bladeren durft te klimmen.
Ik kreeg van een vriend ooit eens een stukje stam met de resten van de zijtakken er op. In tegenstelling tot de meeste boomsoorten was het stammetje niet gebarsten tijdens het drogen. Dat stukje werd dus gedraaid en laat deze prachtige tekening zien. De afwerking gebeurde met Danish Oil. Helaas, de kern van de boom heeft eerder de structuur van merg van hout zodat het recipiënt niet geschikt is voor vloeistoffen.