Zeer dikwijls werden ‘wachterssculpturen’ geplaatst aan de ingang van belangrijke plaatsen zoals tempels en regeringsgebouwen. Zelfs vandaag nog zien we deze trotse creaturen aan banken, bibliotheken, universiteitsgebouwen, enz.
De oorspronkelijke betekenis van de Guardian hing af van wat het juist geacht werd te verdedigen. Ontelbare tempels in het Verre Oosten verlieten er zich op dat hun guardians het kwaad en de onzuiverheid uit de heilige plaats zou weren.
In West-Europa vinden we dan weer kathedralen en kerken waar een paar leeuwen of griffioenen de toegang sieren.
De Guardians nemen dikwijls de gedaante aan van grotesken, zonderlinge en grillige figuren, buitensporig door vreemde combinaties.
Deze Guardian is typerend voor dergelijke Middeleeuwse polymorfe creaturen. Gestileerde vleugels, een slangenstaart, spitse oren, een lange uit de bek hangende tong lijkt hij erg op een draak met leeuwentrekjes. De bol geblazen neus, de gestileerde nekversiering en de S-vormige vleugels horen bij de Romaanse architecturale stijl in de vroege 12de eeuw in Europa.
Deze Guardian werd uit eik gesculpteerd en afgewerkt met kleurloze was.